Overlastgevers in de hoek

Bericht: “homo’s weggepest uit wijk” gevolgd door een snelle analyse: asociale buurtbewoners, de burgemeester luistert niet naar de burger, de politie treedt niet op en het Openbaar Ministerie vervolgt niet.
De volgende kernbegrippen vallen op: “de ander is het probleem”, “de overheid moet het oplossen”. Het gros aan overlast problematiek is steeds tot deze kernbegrippen te herleiden. Het betekent dat de burger het probleem bij de overheid dropt en zelf zijn handen in onschuld wast.
Het begrip overlast is niet van de laatste jaren en bestaat al zolang als ik mij kan herinneren. In de vorige eeuw had dit bijvoorbeeld betrekking op suffragettes, nozems en “langharig werkschuw tuig”. Ook hier ging het om een groep mensen die in de ogen van de burger afwijkend normgedrag vertoonde. In de loop van de vorige eeuw is er een gedooghouding gegroeid van “moet kunnen”, waarna overlastgevend gedrag als nieuwe norm onderdeel ging uitmaken van onze maatschappij. “Moet kunnen” heeft er ook toe geleid dat onze maatschappij in de ogen van veel Nederlanders “te tolerant” is geworden. Nu zijn er nieuwe groepen in onze samenleving die overlastgevend gedrag veroorzaken en de zittende groep burgers (lees: de overlastgevers van vroeger) zijn daarmee niet gelukkig. Ze herkennen maar al te goed wat er gebeurt en vrezen dat de nieuwe maatschappijnorm gedicteerd wordt door de nieuwe overlastgevers. Resultaat: de zwaarbevochten overwinning uit het verleden wordt uit handen gegeven. Stop!, dat mag natuurlijk niet gebeuren en er wordt druk naar de overheid gekeken voor een oplossing. Deze kan dat natuurlijk maar beperkt bieden: toezicht, straatcoaches, buurtwerkers, verboden, geboden, meer politie enzovoort. Binnen de financiële grenzen wordt veel gedaan. Met het huidige financiële klimaat verschuiven de mogelijkheden en men ziet hier en daar al dat de overheid prioriteiten moet stellen waardoor de sociale veiligheid onder druk komt te staan.
Waarom altijd naar de overheid kijken voor de oplossing? Dat is naar mijn mening niet noodzakelijk en zelfs ongewenst. De burger moet een andere basishouding neerzetten gekenmerkt door assertief gedrag: de burger moet weer leren om zelf de openbare ruimte in eigendom te nemen en te houden. De praktijk zal dan uitwijzen dat er ruimte is voor iedereen waarbij de overlastgevers minder invloed hebben (ze behoren immers nu ook tot de grote groep!): ze staan in de hoek.
Grote vraag blijft natuurlijk “hoe wordt de burger assertief”?

Dit bericht is geplaatst in Uncategorized met de tags . Bookmark de permalink.